Realistisch

“Maar is het realistisch om te denken dat…”

Het is al even geleden dat ik deze vraag hoorde. Ze viel in een gesprek dat ik had over de diepste wens van dochter. De vraag was of het realistisch was dat ze die wens zou kunnen vervullen, vanwege de beperkingen die ze opgelopen had.

Ik sputterde tegen, mede vanwege het onrechtvaardigheidsgevoel dat zich van me meester maakte. Dochter had al zoveel verloren, moest ze nou echt ook haar diepste wens inleveren alleen omdat het een moeilijke klus zou kunnen worden?

In het begin van dochters ziekte kreeg ik deze vraag regelmatig gesteld. Altijd vanuit betrokken zorg. Maar alleen wanneer ik optimistisch was over (herstel)mogelijkheden, zelden wanneer ik daar somber over ben. En als eigenwijs mens, hield ik altijd vast aan wat ik geloofde, omdat ik altijd uitga van de mogelijkheden en niet van de belemmeringen.

En uiteraard, achteraf zijn sommige gedachten die ik had over haar herstel inderdaad niet realistisch gebleken. Andere zijn dat godzijdank wel.

Terugkijkend heb ik geen seconde spijt van de onrealistische wensen of ideeën gehad. Ze hielden me namelijk op de been indertijd. Ze zorgden ervoor dat ik niet wegzakte in donkere verdrietige pijn. Ze gaven me kracht, levenslust, zo je wil. En toen later bleek dat sommige wensen geen waarheid konden worden, liet ik ze gaan. Soms met veel pijn, vaker relatief makkelijk omdat ideeën ook meegroeien met de tijd.

Leven met niet aangeboren hersenletsel is geen gebaande weg. De paden die belopen kunnen worden zijn lang niet altijd duidelijk. Soms kunnen dingen niet die je wel verwachtte, op andere momenten is er meer mogelijk dan je ooit had durven hopen.

Het proces van levend verlies dat daarbij hoort is er dan ook één waarin de hoop afgewisseld wordt met de angst, het verdriet met vreugdevolle dankbaarheid en onrealistische wensen met realistische mogelijkheden. Alles in één pakket.

Er wordt daarbij geen handleiding geleverd. Ook dat proces is er één van onbekende paden. Wat ik echter altijd in het rugzakje meedraag is ‘vertrouwen’. En ook al is het soms lang zoeken in de rugzak, uiteindelijk vind ik altijd dat vertrouwen.

Het vertrouwen dat, geworteld in onze gezamenlijke kracht en mogelijkheden, de wil uiteindelijk de weg maakt. Misschien onmogelijk hobbelig en steil, mogelijk verrassend plat en geasfalteerd.

Realistisch gezien ongetwijfeld ergens daartussen in.

Verena.

Rauwe Randjes

Een doordeweekse dag in ons kleine dorp in het zuiden van het land. Bram en ik gaan naar de slager, heerlijk vlees halen voor het avondeten. Iedere keer wordt er weer gevraagd bij het afrekenen: ‘mag je zoon een worstje’ en iedere keer moet ik weer uitleggen dat hij het wel mag maar niet eet. Dat hij dat niet kan vanwege z’n beperking.

Tegenwoordig is dit mijn korte en bondige reactie. Vroeger liet ik me nog wel eens verleiden tot het geven van een uitgebreid antwoord. Niet alleen bij de slager, maar ook bij de bakker, melkboer, drogist en supermarkt. Ik vertelde de lieftallige dame of heer over Bram’s prikkelgevoeligheid in z’n mond en het niet accepteren van grotere stukjes eten. Steeds werd er begripvol geknikt en was men één en al oor. Werden er lieve dingen gezegd als; ‘Goh, wat moet dat zwaar zijn voor jou’. Mijn tranen zaten toen nog heel hoog en dus hop, daar ging ik weer; huilen bij onbekenden. Die onverwachte momenten van levend verlies zijn voor mij misschien nog wel het zwaarst. Die kleine en ‘normale’ dingen voor een ander, die voor mij niet en misschien ook helemaal nooit normaal worden. Dat komt steeds weer binnen.

Daarom vind ik m’n antwoord van nu ook veel fijner en prettiger. Er is helemaal niemand die mij vraagt om een uitleg, een simpel ‘nee’ is voldoende. Het levert mij iedere keer weer een reality check op daar waar anderen 2 minuten na mijn levensverhaal weer gewoon doorgaan met de orde van de dag. Mijn verdriet is er, mag er ook zijn, maar deel ik niet meer met jan en alleman.

Geschreven door Lonneke, moeder van Joris en Bram.