Je hoort of leest wel eens verhalen van moeders die meteen al wisten dat er iets mis was met hun kindje, die het voelden. Die bij de eerste aanblik van hun baby’tje al zeiden: ‘Er klopt iets niet’. Artsen die ze vervolgens niet serieus namen daarin. Vervolgens een hele lange zoektocht naar iemand die wél bereid is om een bepaalde test of onderzoek bij hun kindje te doen en dat dan de uitslag bevestigd dat er inderdaad iets niet klopte. De moeder die dan vervolgens zegt: ‘Ik zei het toch, ik wist het al, ik voelde het al…’. Verhalen waar ik altijd wat kippenvel van krijg.
Want het moedergevoel kan zo enorm sterk zijn. Je leest zelfs wel eens verhalen dat wanneer zo’n moeder niet naar haar moedergevoel had geluisterd, dat haar kindje dan niet meer had geleefd. Moeders voelen het vaak ‘gewoon’ wel aan. Moederinstinct noemen ze dat en ik vind dat prachtig.
Maar ik had dat dus helemaal niet. Althans, niet toen. Toen ik onze veel te kleine Lucas na bijna 42 weken zwangerschap in mijn armen kreeg kon ik alleen maar vol liefde naar dat kleine baby’tje in mijn armen kijken. Ik was volmaakt gelukkig. Hij was perfect. De verloskundigen spraken meteen hun zorgen uit. Want hij was wel héél erg klein en hij wilde ook niet zo vaak aan de borst drinken. En dat de borstvoeding niet lekker liep, daar moesten we wel echt meteen wat mee. En dus werden we op de derde dag van zijn leventje al naar het ziekenhuis gestuurd voor onderzoeken want hij was te licht, hij had nog geen meconium gehad en hij dronk maar niet.
Zelf zat ik nog in een soort bevallingsroes. Ik kan het mij nog zo goed herinneren. Die arts die veel te snel door de gangen liep. Wij er achteraan. Ik was net drie dagen geleden bevallen en het harde lopen gaf bij mij een heel naar en pijnlijk gevoel in mijn bekken, alsof ik uit elkaar zou vallen. Maar ik wilde er niks van zeggen want het draaide nu niet om mij, het draaide om mijn lieve kleine Lucas die onbezorgd in mijn armen lag te slapen. Ik begreep niet waarom iedereen zich zo druk maakte. Het zou vanzelf wel goed komen. Hij had gewoon wat tijd nodig om goed aan de borst te leren drinken en die ontlasting komt toch echt wel een keer hoor.
Er werden meteen allerlei interventies gedaan; van laxeermiddelen en klysma’s tot het geven van suikerwater en bloedsuikertestjes. Ik was ergens ook boos want waarom wilden de artsen de natuur niet gewoon hun gang laten gaan? Ik zag en voelde niet dat er echt wat mis was met ons kleine mannetje.
We rolden langzaam aan steeds meer in de medische molen. Een wereldje die je niet kent, een wereldje die je ook niet wil kennen. Al die dubbele gevoelens die dan door je heen gaan. Ik voelde heel veel angst want ik wilde en kon niet geloven dat ons kindje wat mankeerde. Uiteindelijk bleek dat hij een hartafwijking had en nog een aantal weken later hoorden we dat hij ook nog een chromosoomafwijking heeft. Het is een achtbaan. Je gaat van de ene arts naar de andere arts en van de ene therapeut naar de andere therapeut. Allemaal met de meest goede bedoelingen want allemaal willen ze je kindje helpen. Ik werd de achtbaan in geduwd terwijl ik helemaal niet wilde en die achtbaan ging maar door en door.
Nu, Lucas is inmiddels al bijna anderhalf jaar, gaat de achtbaan dan eindelijk wat langzamer. Soms staan we zelfs heel even met twee benen op de grond, al is het nog een beetje wankel. En eigenlijk komt nu dan pas echt het besef. Het besef wat er allemaal gebeurd is de afgelopen maanden. Misschien dat nu eigenlijk pas echt het echte rouwproces kan beginnen, het levende verlies…
Het moederinstinct heeft mij na de geboorte even in de steek gelaten, puur omdat ik het niet wilde en kon geloven. En daarom ben ik de artsen nu juist heel erg dankbaar dat zij Lucas uit mijn armen hebben genomen en hebben onderzocht. Wanneer zij dat niet hadden gedaan, dan had onze lieverd nu niet meer geleefd.
Anna is moeder van Justin & Lucas. Ze schrijft ook regelmatig blogs op haar eigen site: www.49xxxxy-syndroom.nl.