Kusje erop

Mensen vragen vaak of ik veranderd ben door de ziekte van dochterlief en ons plotseling radicaal veranderde leven.

“Meer mezelf geworden,” is meestal mijn antwoord, “en dankbaarder”.

Meestal voelt dat ook zo en toch, merk ik nu, in tijden van verandering, dat er meer in me is veranderd.

Van jongs af aan hield ik van nieuwe dingen. Nieuwe boeken, nieuwe mensen, nieuwe omgevingen. Ik stond te juichen toen we op mijn elfde verhuisden naar een pietepeuterig dorpje in Drenthe. Besloot daar, na anderhalf jaar, naar een middelbare school te gaan waar maar één klasgenootje naartoe ging. Sloot me aan bij de ‘andere’ groepen, i.p.v. bij de ‘mainstream’.

Toen we terug verhuisden koos ik weer voor een middelbare school waar geen bekenden op zaten. Naast school en later studie volgde ik tal van cursussen en nam ik zitting in verschillende commissies. Ik wist niet hoe snel ik uit mijn studiestad moest verhuizen en ruim een jaar na mijn afstuderen stond ik alweer ingeschreven bij een nieuwe studie.

Ondertussen bleef ik op zoek naar de ultieme baan en toen ik met manlief naar ons huidige huis verhuisde keek ik stiekem alweer op funda naar een nog beter huis.

Zo is het niet meer.

Na de onzekerheid ten tijde van dochter’s ziekte en de lange periode erna, snak ik naar veilige vertrouwdheid. Ons huis werd eindelijk mijn veilige haven en mijn werk de meest ideale baan. Meer verandering hoefde er wat mij betreft niet meer bij.

En nu voel ik mijn nieuwe ik ten volle. Dochterlief gaat volgend jaar naar de middelbare school en ik vind dat (waarschijnlijk zoals vele moeders) ontzettend spannend, ondanks dat de plek waar ze nu naar toe gaat toch vertrouwd voor haar is.

Haar BFF gaat echter naar een andere school. Dat is zowel voor dochter als voor ons een grote verandering. Zal ze nieuwe vriendinnetjes krijgen? Wat betekent dit voor haar en voor ons?

Ik had er gewoonweg buikpijn van.

En terwijl mijn oude ik me vanwege die angst mild spottend aankeek en ik mijn liefdevolle, theedrinkende moeder aanzwengelde voor een kusje op de pijnlijke plek, blijkt dochterlief de troostende factor. Nadat ze van vriendinnetje hoorde dat ze naar een andere school gaat, kwam ze zoals gewoonlijk blij thuis ’s avonds. Tevreden dat vriendinnetje het haar verteld heeft, begrijpend dat het een fijne plaats voor haar BFF is, verdrietig en toch vol vertrouwen dat ze op de nieuwe school ook nieuwe vriendinnetjes krijgt.

Soms is het rustige vertrouwen van dochterlief het beste kusje voor de zere plek.

 

Verena

 

Zielig

We wandelden door de wijk, dochterlief en ik. Een te lange wandeling naar dochter’s zin. Ze mopperde vanuit haar rolstoel dat ze graag weer naar huis wilde. Ik wilde iets afleveren, dus ik liep stevig door.

Onderweg kwamen we verschillende kinderen tegen. Als dochter in haar rolstoel zit, wordt ze zonder uitzondering door ieder kind bekeken en nagekeken. Zo ook deze dag.

Het begon me te irriteren toen een kind achter ons herhaaldelijk naar haar moeder riep: “Kijk mama, dat kindje kan niet lopen! Mama! Dat kindje kan niet lopen. Kijk mama! Dat kindje kan niet lopen!”

Ik gaf dochter een tip. “Als er straks weer een kindje kijkt zeg je gewoon: “Goedemiddag!””
Dochter gaf geen antwoord.

Even later werd er weer gestaard. “Zeg nou, goedemiddag!” siste ik. Dochterlief zei niks. Ik probeerde haar te overtuigen. “Die kindjes denken dat jij zielig bent, als je goedemiddag zegt, weten ze dat je dat niet bent”.

Dochter antwoordde gedecideerd:
“Dat weet ik niet hoor mama, of ze denken dat ik zielig ben. Ik hoef dus daarom niet dag te zeggen.”

En deze geïrriteerde mama maakte een diepe buiging voor haar wijze dochter en gaf haar volkomen gelijk.

Verena.

Dit blog is eerder gepubliceerd op genietfee.blogspot.com.

Wijze les

Op veel basisscholen heb je te maken met het groots vieren van Koningsdag: de welbekende Koningsspelen. Dit staat garant voor veel (harde) muziek, dansen, drukte en op de school van mijn kinderen een sponsorloop voor het goede doel met heel veel papa’s, mama’s, opa’s en oma’s die komen aanmoedigen.

Onze zoon was de eerste van de familie die zijn hardloopkwaliteiten mocht laten zien. Vol overgave en enthousiasme rent hij 15 minuten lang met zijn klasgenootjes rondjes om de school. Met een rood hoofd en buiten adem probeert hij, wanneer de laatste seconden wegtikken, zijn laatste rondje af te maken. Net zoals al die andere kinderen van school.

En dan is Brechtje aan de beurt. Brechtje en rennen gaat niet helemaal samen. Ze kan prima kleine stukjes lopen, op haar eigen tempo. Het moet niet te snel gaan en het moeten geen lange afstanden zijn, want dat kan ze simpelweg niet volhouden. Daarvoor heeft ze sinds een maand of acht een rolstoel.

Voor de vorm wordt er een warming-up gedaan op het welbekende Kinderen voor Kinderen lied. Voor haar een brug te ver met al die ingewikkelde danspassen. Nogal verloren staat ze kijken naar wat iedereen aan het doen is. En dan klinkt het startschot voor de jongsten van de school. Zij mogen in 10 minuten zoveel mogelijk rondjes om de school rennen.

Aan alle kanten sprinten kinderen, die voornemens zijn om een nieuw record te vestigen, haar voorbij. Maar stoer als ze is gaat ze lopen, gewoon lopen. Op haar eigen tempo. Hand in hand met een klasgenootje. Niets aantrekkend van al die papa’s, mama’s en opa’s en oma’s die hun kroost staan aan te moedigen om net wat harder te gaan. Ook al worden de twee meisjes van alle kanten ingehaald door de andere kinderen, met z’n tweeën blijven ze stug doorlopen. Tien minuten lang. En grote broer loopt het laatste rondje even met haar mee. Na afloop komt ze bij me. Met een grote glimlach en helemaal trots laat ze zien dat ze drie stempels heeft gekregen, voor de drie rondjes die ze heeft gelopen. Topper!

Mijn dochter heeft me die dag wat geleerd. Iets wat we eigenlijk allemaal wel weten, maar wat soms naar de achtergrond dreigt te verdwijnen. Geef je eigen grenzen aan en laat je niet gek maken door al die anderen om je heen! Hoe moeilijk dat soms ook kan zijn.

Gonnie

 

Gonnie is moeder van Menno & Brechtje